top of page
Lentezoet

“Niet met mes?” “Nee, absoluut niet met mes!” “Wanneer ikke wakker?” “Als je mooie droom klaar is.” 


Mijn zus moest vandaag naar het ziekenhuis. Niet voor iets ernstigs (gelukkig), maar ze heeft autisme, is cognitief gezien een jaar of vier en erg bang. Het komt erop neer dat ze haar hele leven intensieve begeleiding nodig heeft en dat doe ik dus. 


Over deze aanpak zijn de meningen verdeeld, want mijn moeder en ik zitten hierin niet op één lijn. De dagen dat mijn zus hier woont ben ik een soort van mede-moeder, maar ook een "gewone” dochter van mijn moeder. Dit gaat in de praktijk dus net zo moeizaam en rommelig als het klinkt.


Om de prikkels en de angst voor het ziekenhuisbezoek weg te nemen, heb ik haar de afgelopen week tientallen keren bevestigd dat er “niet gesneden zou gaan worden”, dat ik “bij haar bed zou blijven en haar niet alleen zou laten” en dat we na afloop samen naar een film over ruimtevaart zouden gaan.

Ze is dol op de ruimte. MIsschien is het voor iemand met autisme ook wel de ultieme lege oneindigheid om in rond te zweven. 


Mijn zus nam dus haar favoriete astronauten kussentje mee naar het ziekenhuis. We hadden een kaart getekend met pictogrammen en daar klampte ze zich dapper aan vast. Het personeel was lief, énorm lief…

Ze kreeg geen woedeaanval, werd niet opstandig, zette zich niet schrap. Ik hoefde haar niet te dwingen of aan te zien dat ze haar fixeerden of plat zouden spuiten. Ze accepteerde mijn begeleiding en uiteindelijk was ze onder narcose en daar kwamen ineens de tranen. 


Ik kon er niks aan doen. Je weet pas hoe zenuwachtig je bent als de opluchting zich openbaart. En de opluchting druppelde pardoes via mijn wangen naar beneden.


Toen ze wakker werd, vroeg ze waar ik was. Ik spoedde me naar haar toe en ze kirde als een klein kind. We duwden onze neuzen tegen elkaar, en het was goed. Nog een uurtje uitslapen en dan zouden we in de bioscoop neerploffen met popcorn. Jippie.


Mijn moeder was ondertussen aangesloten voor de bioscoop. Het was goed gegaan en het zou nóg beter worden. Dacht ik. 

Maar op de een of andere wonderbaarlijke wijze kregen we het voor elkaar om in een zeer ingewikkeld gesprek te geraken en het eindigde ermee dat mijn moeder en ik, nog vóór de film begon, verdrietig uit elkaar gingen. 


Ik bleef achter met mijn zus die er niks van begreep en omdat ik er zelf ook niks van begreep, hebben we samen maar gewoon de film gekeken. Onze aarde is schitterend; helemaal vanuit de ruimte. De mensen die erop wónen, tja… die rommelen maar wat aan. Heel even had ook ik er met een raketje vandoor gewild.


Ik vertel dit omdat het leven soms gewoon echt enorm ingewikkeld is. Omdat ik eigenlijk niemand ken die niet op de een of andere manier beschadigd is of ergens mee te dealen heeft. Omdat mijn ouders net zo goed hun moeilijkheden hadden en hun ouders daarvoor ook. Omdat we desondanks toch maar amper in staat zijn om de cirkel te doorbreken en omdat we eigenlijk een vader of een moeder nodig hebben. 


Allemaal, hoe oud we ook zijn. Iedereen kan een liefdevolle ouder, een aai over de bol, troostende woorden en wijze raad gebruiken; het is leeftijdsloos.


Mijn zus heeft mazzel. Ze is over de vijftig, maar roept ongegeneerd mijn naam als ze bang is. Ze heeft een troost-astronauten-kussentje bij zich. Het personeel is extra lief voor haar. Ze kreeg na afloop een ijsje, en ik duwde mijn neus tegen haar neus, en niemand vond het gek.


Ik weet niet wie jij roept als je je rot voelt, of alleen. Ik weet niet of je een goede band hebt met je ouders of dat je geleerd hebt om het kind in jezelf te troosten. Wat ik wél weet, is dat er vanuit de ruimte geen grenzen te zien zijn. Niet tussen landen, maar ook niet tussen leeftijden. En dat de één misschien acht jaar is en de ander zesenzeventig, maar dat die aarde zelf al miljarden jaren oud is en dat onze leeftijd eigenlijk niet zoveel voorstelt op de eeuwigheid.


Ik denk ook dat stilte schaamte voedt, verdriet in stand houdt en eenzaamheid tot leven wekt en daarom schrijf ik maar gewoon dat ik vierenveertig ben en af en toe nog best een astronauten-kussentje kan gebruiken. Dat geeft niks, vraag maar aan mijn zus. 

Jij hebt er misschien ook een nodig, en weet je wat? Duw je vader of moeder ook maar gewoon zo’n kussentje in die koppige oude handen, ook al ontkennen ze dat ze dat nodig hebben.


Jij weet wel beter. Ik nu ook. 


We zijn allemaal nog piepjong.








1 Comment


Sasja Prins
Sasja Prins
Oct 31, 2024

Zo'n mooi en bijzonder verhaal. En toch ook verdrietig. Fijn dat je dit deelt. Iedereen wil graag wat troost en die knuffel of dat kussentje. Een ding weet ik wel: als je het zelf zo beleefd hebt, probeer je het met je kinderen een beetje anders te doen. Neuzen met je eigen kinderen mag! Ook als ze al volwassen zijn.. ;-D

Like
bottom of page