Knooppunt
Verschillende lijnen komen samen en waaieren uiteen. Ik voel ze, want het knooppunt loopt via mijn hart.
Onze oudste krijgt zijn diploma. Ik weet dat het hem weinig doet, want hij heeft zijn pijlen alweer op een ander doel gericht. Maar hij is mijn zoon, mijn oudste en mijn eerste en mij doet het wél veel.
Ik krijg het gemis, dat ik zelf geen diploma heb, niet helemaal weggedrukt en tegelijkertijd klapt mijn hart uit elkaar van trots. Niet alleen vanwege de opgedane kennis of vaardigheden, maar omdat hij -dag in, dag uit- bleef gaan. Óók wanneer de stof niet interessant was. Ook wanneer een pandemie je dwingt, om maandenlang online les te volgen. Ook op de momenten dat een leerkracht uitgeblust, of onverschillig bleek te zijn. Ook op die uren, of juíst op die uren. Het doorzetten. De discipline.
Rende ik daar zelf niet ooit, zo hárd mogelijk, van weg?
Mijn zoon bleef. En nu hangen ze een sjerp om zijn nek en krijgt hij een papier, waarop staat dat hij iets kan. Trots veeg ik met mijn vingers over de letters. D.I.P.L.O.M.A.
Het staat er echt.
Het is avond. Ik loop de kamer van mijn dochter binnen. Met haar lange, losse haar, voorovergebogen zittend, lijkt ze wel een plaatje uit een boek. Eigenlijk wil ik haar niet storen, want haar lieve gezicht kijkt zo geconcentreerd. Maar het is al laat en ze stopt maar niet met studeren. Iedere maand zie ik hoe ze groeit: ze leert leren! Écht leren!
Ik word zo enthousiast van haar ijver, dat ik alsnog gretig duik in de stof, die ik ooit haatte. Philips II stuurt de hertog van Alva naar Nederland en de watergeuzen jagen de Spanjaarden weg bij Den Briel! Nee, ik haatte de stof nooit. Ik hield ervan, maar het ging niet, het ging gewoon niet.
“Wat een bijzondere verhalen hè mama?”
“Ja…. het is onze geschiedenis… en dat sijpelt door in wie en wat we vandaag zijn….”
Ik sla mijn koffie in de ochtend haastig achterover, want ik moet opschieten. Snel, snel, schoenen aan, want onze middelste zoon heeft een intake gesprek op een groen MBO. Drie jaar zat hij achter zijn game computer en drie jaar vroeg ik me af of de havo wel bij hem paste. Het minimale deed hij en ik voorzag problemen in de derde. De problemen komen altíjd in de derde, maar hij luisterde niet. Zo zinloos zijn de woorden van ervaring, als het de ervaring van een ander is. Hij wil het op zíjn manier.
Maar het stilzitten en het binnen zijn, zuigt hem leeg. Zo leeg dat hij nergens zin in heeft en hij vlucht in een virtuele wereld.
Dan ineens, tijdens een vakantie, pikt hij mijn moestuin in. De game computer blijft na al die jaren…. uit. Dagelijks fietst hij naar ons landje en hij spit en plant en plukt en zijn gezicht straalt. Hij stuurt me appjes over composthopen en paardenmest en hij smeert boterhammen om mee te nemen.
“Ik wil buiten zijn, mam… dit is waar ik blij van word, dit is wat ik wil.”
“Dan gaan we dit doen.”
Spannend vind ik het, want ik geloof in de waarde van gouden handen, maar ik hoor ook verhalen van kapotte knieën en versleten ruggen, wanneer je vijftig bent. Zal hij dit echt gaan doen en wordt het dan leuk of zwaar? Of zal hij over vier jaar zijn diploma in ontvangst nemen en net als zijn oudere broer weer iets anders willen?
Ook hij moest eerst uitzoeken wat zijn passie is en ook hij stopte met havo/ vwo. Vier jaar lang volgde hij een opleiding tot vormgever en vier jaar lang maakte hij mooie dingen. “Zo”, zei hij toen hij klaar was, “dat was leuk, maar nu wil ik weten hoe het is om leraar Biologie te zijn.”
“En het vormgeven dan?”, vroeg ik.
“Dat komt uiteindelijk vast vanzelf allemaal samen.”
Daar had ik niet zoveel op te zeggen, want bij mij komt ook altijd van alles vanzelf samen.
Interesses en passie, onderbuik-angst en het lef hebben om te springen, je onderwerpen aan een schoolsysteem en het verlangen naar vrijheid, spijt om gemiste diploma’s en de onverwachte kansen in het leven grijpen… het lijkt allemaal te botsen én naadloos aaneen te rijgen, afhankelijk van het kind en het moment.
Mijn eigen verleden ritst er tegelijkertijd scherp spiegelend, en toch zacht troostend, doorheen.
Ik weet daarom soms maar amper, wat voor advies ik zou moeten geven, als het om loopbanen en opleidingen, gaat. Maar de uitwaaierende lijnen van mijn kinderen lopen via mijn hart en daarom kan ik ze volgen en er voor ze zijn.
Want zaken van het hart: daar ben ik goed in. En daar is gelukkig geen diploma voor nodig.
Comments