Keuze
Het vuur brandt in mij. Al weken loeit het ongenadig en verschroeit het wat ik zou willen, maar wat niet is.
“Jij zou zó’n gekke leraar zijn mama. Echt een héle vreemde, maar ook een hele goede, er is níks wat jij niet uit kunt leggen.”
Ik kijk het zachte snoetje van mijn dochter aan en haar ogen zijn verbaasd en oprecht tegelijkertijd. “Ja!”, denk ik. “JA! Ik zou dat potverdikke zijn, maar…. ik zou dat ook niet zijn. Zoiets bestaat namelijk niet: een leraar met een leerprobleem.”
Zelf vind ik, dat ik geen leerprobleem heb. Mijn leven telt tweeënveertig lentes en nog steeds verslind ik artikelen alsof ik ondervoed ben. Maar ik kan kennis niet op het juiste moment of op de juiste manier reproduceren en dat moet. Dat móet. Anders word je een voortijdige schoolverlater.
In plaats van te antwoorden, slik ik mijn bitterzoete gevoel weg en ik geef haar een zoen. Ik ben blij dat ze de stof snapt.
Hoe goed begrijp ik mijn zoons, die vastliepen in het onderwijs en tegelijkertijd zó hongerig zijn naar kennis en kunde. Hoe goed snap ik hun wil om autonoom hun interesses te mogen volgen. Maar laat dat nou net het eerste zijn, wat je in het onderwijs inlevert: je autonomie.
Wederom kreeg ik een zoon die stil werd. Stiller en bleker en hij wilde geen hulp en ik vecht niet voor iets, waar ik niet achter sta: huiswerk maken onder dwang. Tijdens de vakantie neem ik hem mee naar de tuin en hij vrolijkt op. Hij snoeit, graaft, plant en oogst en ik zie hem genieten in de buitenlucht.
“Ik zou áltijd buiten willen zijn”, zegt hij. “Moet je dan niet naar een groenopleiding?”, vraag ik en mijn stem doet zich dapperder voor, dan dat ik me voel.
Eén maand en een paar stevige gesprekken later, zwaait hij na drie jaar af van de havo en kiest voor een mbo opleiding om dat, wat het vuur in hem doet branden, te volgen. Daar krijgt hij meer praktijkvakken dan voorheen, maar sommige vakken blijven.
Hij haalt negens voor Engels en de leerkracht stelt hem voor om het Cambridge programma te volgen.
Hij weigert.
“Wat zijn de jongeren van tegenwoordig toch weinig ambitieus”, zucht de leerkracht. “Als dit soort vakken mijn interesse hadden, was ik wel voor het vwo gegaan,” antwoordt mijn zoon.
Maar hij heeft een andere ambitie: de allerbeste groenkenner worden. Is dat een mindere ambitie?
Het vertrouwen in mijn kinderen en in het leven wordt af en toe flink door elkaar geschud. Niet alleen door dit soort leerkrachten, maar ook door de realiteit: fysiek werk wordt uiteindelijk slechter betaald en er is statusverschil tussen “hoog” en “laag” opgeleid. Dat versterkt soms mijn twijfel. Hoeveel ouders moedigen hun kinderen aan om een ander, wellicht “lager” niveau te kiezen? In hoeverre geven wij onze jongeren een eerlijke keuze, vrij van status, beloning of oordeel?
Terwijl ik dit typ, komt mijn zoon uit school. Hij praat over grote groenprojecten, waarin pleinen vol tegels worden veranderd in ecologische, circulaire omgevingen. Zijn ogen stralen. Tegenwoordig slijpt hij mijn tuinspade en we staan samen verlekkerd te kijken naar mooi gereedschap. We voelen wat voor textuur de aarde heeft: los en vol met organisch materiaal. Hij hoeft maar in mijn buurt te zijn en ik weet het weer.
Zijn handen zijn goud.
Mijn andere zoon, koos na drie jaar havo en vier jaar mbo, alsnog voor een hbo. Een lerarenopleiding, hoe ironisch... Maar we praten samen over didactiek en pedagogiek en mijn hele opvoeding wordt alsnog verweven met het onderwijs.
Zijn hoofd is goud.
En ik? Het vuur voor onderwijs, natuur en kinderen brandt nog iedere dag in mij en het spiegelt dagelijks, maar is dat goud?
Zijn mijn handen en hoofd die echt nérgens in lijken te passen, behalve in het vormen van woorden, zinnen, punten en komma's, ook goud?
Ik vind van wel.
“Ja dochter. JA! Ik zou een goede leerkracht zijn. Maar niet alleen voor jou... ook voor mijzelf, omdat vooral het léven ons alles leert en dat is genoeg. Dat is méér dan genoeg.”
En het loeiende, verschroeiende vuur in mij werd stil.
Laat de jongeren kiezen. Laat de keuze eerlijk zijn.
Comentarios